Le bonheur

Single van het album ‘Arbres’ door Mount Meru (2013).
Video door Hannelore Dreher en Charissa Plasmans van Studio Kuurjeus.


zonder titel

Van eeuwenoude bomen
vraagt men zich soms af
wat zij al gezien hebben.

Terwijl de vraag is:
wat dacht iedereen al
bij het zien van de boom.

 

UIT ‘BOMEN’, 2011, Sanne Huysmans


Cynisitis

Terwijl cynisme zopas nog een voorrecht was van de vastgeroeste, kalende intelligentsia, is het nu een zielig teken van onwil, een restant van de vorige eeuw. Een lelijke ziekte.

De drang naar voren, ten goede én ten kwade, is zo persistent dat het geleuter en het dedain van cynisme potsierlijk wordt.

Waar de rijpheid van het volwassendom tot nog toe een excuus was om idiote uitspraken als “ik ben milder geworden” of “laat de jeugd maar op de barricaden staan” met sérieux te poneren, zijn ze nu een nederlaag. De goesting om de wereld te verbeteren is namelijk een voorwaarde om deze eeuw te overleven. Ook na je 40ste.

Maar niet enkel grijsaards die slim uit hun ogen kijken, vergrijpen zich aan cynisme. Cynisme is de laatste decennia ons huis binnengedrongen, heeft zich aan de haard geïnstalleerd. Het is standaard geworden in treingesprekken, medepassagiers die met de ogen rollen om al het bedrog, de onwil en de onkunde die we overal rondom ons menen te zien.

Internetcommentaren zijn traditioneel simplistische scheldpartijen door mensen die het inlevingsvermogen kwijtspelen als ze opgaan in het Anonieme Apparaat. Maar nu niet langer. De dagelijkse discussies op pakweg De Correspondent zijn hoopvolle stappen om de collectieve verstomming achter ons te laten, het gesprek weer op gang te brengen. Het bewijs dat naïevelingen die geloven dat een sterke geest de wereld kan verbeteren, niet bazelen. Of je nu geboren bent als veelbelovende erfgenaam of als kleine garnaal.

En merk je net als ik dat je soms getroffen wordt door cynisitis. Geen nood: genezing is mogelijk!


Het deelbare verhaal

Laat ik scherp beginnen: we zijn platte romantici, flauwe dramadrammers. We worden onvermijdelijk aangetrokken tot welbepaalde verhalen. Een succesvol deelbaar verhaal, een verhaal dat grossiert in YouTube hits, dat de “meest gelezen”-lijstjes aanvoert, heeft simpele ingrediënten. Rond deze deelbare verhalen is een hele wereld gebouwd, vandaag noemen we die Facebook, morgen wellicht anders.

In talloze workshops en vormingen vertellen specialisten tot in het kleinste detail hoe je gevat, emotioneel, simpel en persoonlijk moet zijn in twee zinnen. Met als ultieme doel de klik naar meer. Het recept wordt voortdurend op grote schaal getest en verbeterd. Vandaag gooien journalisten, bedrijven en organisaties ons bijna achteloos hun schrijfsels toe. En we bijten, verslinden en verspreiden het deelbare verhaal. Mogen ze ons echt zo onderschatten?

Trivialiteiten

“Dakloze man krijgt huis cadeau”, het is een kop zoals je er elke dag vele ziet. Stellen we daarmee de stijgende ongelijkheid in vraag? Zijn we ons nu bewuster van het armoedeprobleem?

We zijn verslaafd geworden aan sprookjes. We zijn zot van the American dream. We willen voortdurend bewijzen dat een banaal leven van de ene dag op de andere kan veranderen in een filmscenario.

Dat wil niet zeggen dat er geen plaats moet zijn voor goed nieuws. We worden murw geslagen met probleemgericht nieuws. Maar de oplossing is niet om trivialiteiten tentoon te spreiden, wel om inventieve voorbeelden van structureel oplossingsgericht werken te tonen.

Een lach, een traan

Af en toe wil ik overvallen worden door ontroering. Het juiste liedje op het juiste moment. Een onverwachte ontmoeting. Een geur die je teruggooit in de tijd. Af en toe dus, ik wil geen moeilijk moment bij het ontbijt en een traan bij de lunch.

Radiomakers, cameramannen, schoonmoeders, goede vrienden. We staan collectief op wacht om magische momenten vast te leggen. We hengelen naar individuele emotie.

Moderne sprookjes en tragedies gaan over één persoon, niet ter aanvulling, maar in plaats van een maatschappelijke ontroering en verontwaardiging.

Dus

Wat je leest en ziet, heeft valkuilen. Enerzijds omdat de boodschapper je wil inschakelen als multiplicator, omdat jij de geloofwaardigheid ondertekent van het deelbare verhaal. Anderzijds omdat de boodschap andere, meer relevante verhalen in de schaduw zet.

Dus als je straks zo’n populaire futiliteit ziet passeren, denk dan twee keer na voor je op “delen” klikt.

 

 


Over lanterfanten

mag ik traag zijn zonder dat u me lui noemt

mag mijn dag een lente duren

in snelheid raakt mijn hoofd verstomd

korte nachten beletten me het dromen

waar leidt dit naar

nergens

waar wil je naartoe   ik wil

hier blijven staan

ga

ik vertel mijn verhaal wel aan de bomen

 

UIT ‘BOMEN’, 2011, Sanne Huysmans


Boom II

 

 

Als het einde nadert,

zal ik weten

dat ik het vuistje tijd,

het beetje zwaarte

dat aan mij was

verhaast heb

verstrooid heb.

 

De boom,

vroeger gekiemd,

zal nog groeien,

als alle herinneringen

aan mij

as zijn

verspreid

en vervlogen

wat een trage tijd.

 

Nu en dan,

geef ik toch toe,

heb ik verlangd

naar een vrijdag,

een lente,

de geuren van de ochtend,

de brandende schemering.

 

Uit hetzelfde vuistje

verliest de boom

elke winter

een korrel,

elke maan

een zucht,

wat een zwaarte,

een gewicht.

 

Als het einde nadert

zullen we dan

de blinde haast,

de gulzige slokken

zien?

En zal de boom

geduldig

het vuil van zijn grond

vegen?

 

UIT ‘BOMEN’, 2011, Sanne Huysmans


Verstrooide getuige

Ik trap alles plat, alles knakt met luide, loeiharde verwijten onder mijn zolen.

Ik ben er echt/Ik ben het echt!

Het schaamteloos cynisme dat anderen naar anderen drijft, kan ik slecht met moeite de allergrootste moeite afwenden, minder schaamteloze – nou ja – maar vaak benijde onverschilligheid in de plaats.

Ik ben niet boos, ik ben teleurgesteld.
Ik ben niet pessimistisch, ik ben bedroefd.

Voor meer heeft men snelheid nodig, wat onbetekenend is in een oneindigheid die nog uitbreidt. Voor dieper is traagheid nodig, maar wie kent dat nog?

Wat valt er te verliezen behalve het gevoel nog nooit te hebben verloren?

Alles ontstaat uit niets, nooit uit het bestaande. Zoals een soep nooit de aangelengde som is van twee maaltijden. Zo kan een beschreven blad enkel druipen van de inkt. En is muziek als praten geworden. Terwijl de schepping van het materiële enkel een feitelijke leegte vereist, vragen creaties van de ziel (zielige creaturen) ook leeghoofdigheid (geleedpotigheid).

Van eerdere en toekomstige gedachten ontgaat mij doel en bedoeling. Het volstaat dat ik ze heb gehad.

 

UIT ‘BOMEN’, 2011, Sanne Huysmans


De medleys van de journaals

Terug bladeren in mijn boekje: geschreven op 3 juli 2012. Gek hoe weinig er veranderd op een jaar.

“54, 38, 60, 103, 71 doden vandaag, 20 gedetailleerde foltermethodes minutieus beschreven. Syrië kruipt traag maar zeker naar de hoekjes van de krant, naar de medleys van de journaals. Het is misschien de grootste overwinning van al-Assad tot nog toe. Syrië-moeheid. Zoals we ook met klimaatmoeheid zitten.
Dat we de desinteresse dergelijke histories minder gewicht kunnen geven, is niet alleen hallucinant, het legt daarbij een zware last op onze schouders én op die van de pers.

Waar de internationale gemeenschap ten aanzien van Libië nog moord en brand schreeuwde, zelfs op kruistocht ging ter verdediging van de Democratie, Fundamentele Vrijheden en Mensenrechten, moet het Syrische volk het stellen met bevroren Zwitserse coupons.

Zoals in ’94 Rwanda niet belangrijk genoeg was, net als Soedan, zoals de klimatologische donderwolken die boven het Zuiden hangen, bij ons hoogstens als motregen arriveren; moeten we toegeven dat “waarden” een vreemd woord is in de internationale politiek.

Belangrijk, dat zegt het helemaal. De kwesties die op tafel liggen, zijn niet rijk genoeg aan belangen. Want als we de dingen bij hun naam noemen, weten we dat de ware drijfveer enge, nationale kortetermijnbelangen zijn.

Dit hoeft niet te betekenen dat ethiek de facto van het internationale toneel hoeft te verdwijnen, het is misschien zelfs de enige manier om het erin te krijgen.
Publieke opinie. Voor een populistische Sarkozy die op napoleontische wijze Kadhafi zou verschalken, was die immers belangrijk genoeg, net als voor andere wereldleiders die in de eerste plaats stemmenvreters zijn.

Willen weten is daarom noodzakelijker dan we denken. En wat wij, lezers, journalisten, redacteurs tot nieuws maken, op zijn beurt de realiteit beïnvloedt.”


Onvreugd der jeugdige menschen

Ik ben jong en ik wil niemand op zijn oog slaan. Niettemin heb ik het gehad met de berichtgeving over amokmakende generatiegenoten. En al zeker met de tenenkrullende retoriek van de heer Cameron, die meteen ook de daad bij het woord voegt. Politici die daden stellen, het is eens wat anders, maar als dit soort maatregelen in landen gebeurt die op de ‘groote unieverselen demokratieschaal’ oranje, rood of nog maar donkergroen gekleurds staan, pakweg China, Syrië, Cuba en andere “schurkenstaten”, roept iedereen moord en brand.

Natuurlijk is het stenen gooien naar hulpverleners crimineel en je eigen stad doen branden verwerpelijk. Maar als je, zoals één van de commentatoren, zegt: “er zijn door de economische crisis minder zomerfestivals in de Britse steden, deze jongeren bekijken de rellen als een soort festival” (vrij geciteerd), dan ga je voorbij aan fundamentele ongenoegens.

De laatste keer dat we die fout maakten, was toen we – zoals onder andere David Van Reybrouck aanhaalt in ‘Pleidooi voor populisme’ – collectief de ongenoegens over de immigratieproblematiek afdeden als racistisch, in plaats van één expressievorm ervan (het extreemrechtse populisme) te veroordelen, maar tegelijkertijd reële antwoorden te geven op rechtmatige grieven. Een vergissing die nog steeds niet is rechtgezet en zorgt voor een stille breuklijn in onze maatschappij.

Vandaag gebeurt net hetzelfde. Onze toekomst is niet meer zo voorspelbaar. We kijken op en merken dat de vorige generaties niet aan ons gedacht hebben, maar verblind door eigen geluk de fundamenten van ons sociaal en economisch systeem hebben aangetast. Met natuurlijk de fossiele brandstoffen die tijdens ons leven – en niet tijdens het uwe! – uitgeput zullen zijn, met de klimaatschade die, hoe zeer we ons best ook doen, nu niet meer teruggedraaid kan worden; met een absurd hoge levensstandaard die niet vol te houden is op lange termijn; met een economische situatie die voor pas afgestudeerden zeer precair is; met een visie op onderwijs die academische studies verheerlijkt (ze zitten vol, die universiteiten), daarmee de waarde van universitaire diploma’s onderuit haalt, en technische vaardigheden geringschat; met een sociaal systeem dat door toekomstige werkende gedepanneerd zal moeten worden (u kan niet allemaal vervroegd met pensioen op uw 57ste, dan moeten wij tot 75 jaar werken en uw luiers betalen); met een opgefokte vastgoedsector die ervoor zorgt dat wij decennia lang (!) zullen betalen aan een eigen stekje.

Dan hebben we het nog niet over nieuwe Belgen, Britten, watdanook, die daarenboven moeten afrekenen met structurele discriminatie en het definiëren van hun unieke culturele identiteit.

Wat u ziet op Spaanse, Brusselse, Britse en andere straten zijn geen “nihilistische horden”, zoals een andere commentator ze noemde, het is geen probleem van achtergestelde, marginale wijken, het is een groeiende frustratie die bij alle jongeren, hoog en laag opgeleid, leeft.

Beste meneer Cameron, beste commentatoren, wat u ziet is paniek en uitzichtloosheid. Maar wanneer ons gelijk wordt bewezen, ligt u al lang onder de zoden.

GEPUBLICEERD IN ‘DE MORGEN’, ‘DE GEDACHTE’ OP DINSDAG 16 AUGUSTUS 2011.